Wanneer een werknemer slachtoffer is geworden van ongewenste omgangsvormen en de werkgever heeft niets gedaan om dat te voorkomen of te beperken, dan kan de medewerker de werkgever aansprakelijk stellen en een schadevergoeding claimen.
Twee artikelen uit het Burgerlijk wetboek (BW) spelen dan een rol. Artikel 7:658 BW legt een zorgplicht bij de werkgever neer voor de veiligheid van de werkomgeving van zijn werknemers. Daarnaast bepaalt artikel 7:611 BW dat de werkgever verplicht is zich als goed werkgever te gedragen. Deze artikelen hebben als gevolg dat de werkgever maatregelen moet treffen en aanwijzingen moet verstrekken die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Doet de werkgever dat niet en heeft hij geen beleid gevoerd om het ongewenst gedrag te voorkomen en te beperken, dan kan geoordeeld worden dat de werkgever niet aan de zorgplicht heeft voldaan en dus niet als goed werkgever heeft gehandeld. En dus schadeplichtig is.
Maar ook bij een ontslagzaak kan het als een boemerang terugkomen als de werkgever de plichten op basis van de wet niet in acht heeft genomen. Dat kan bijvoorbeeld zijn in de vorm van een hogere ontslagvergoeding. Uit uitspraken van rechters is ook gebleken dat het niet aanstellen van een vertrouwenspersoon een belangrijke reden is om te oordelen dat er onvoldoende beleid is gevoerd om ongewenst gedrag te voorkomen.
Volgens de Arbowet zijn werkgevers dus wel verplicht werknemers een veilige werkplek te bieden, maar het aanstellen van een vertrouwenspersoon is (nog) niet verplicht. Wel stelt de Arbeidsinspectie dat het aanstellen van een vertrouwenspersoon een belangrijk onderdeel kan zijn om werknemers te beschermen tegen psychosociale arbeidsbelasting.
Op 7 oktober 2020 is door het toenmalige Tweede Kamerlid Renkema van GroenLinks een wetswijzigingsvoorstel van de Arbeidsomstandighedenwet tot het verplicht stellen van een vertrouwenspersoon ingediend. Over het voorstel moet nog gestemd worden.
Minister van Sociale Zaken Karien van Gennip heeft, maar aanleiding van de wantoestanden bij het TV programma ‘The Voice’, het belang van een onafhankelijk vertrouwenspersoon voor organisaties en bedrijven onderschreven.